Toen in 1909 een consortium van investeerders een groot gebied aan heidegronden van de gemeente Sambeek kocht woonde er nog bijna niemand in het gebied dat later tot het dorp Stevensbeek zou behoren. Aan het karrenspoor van Sint Anthonis naar Overloon net over de Sambeekse uitwatering stond waarschijnlijk toen al een boerderijtje. Met de komst van de modelboerderij Lactaria kwamen er 14 woningen voor de arbeiders en de bedrijfsleider. Met de komst van baron de Blocq van Scheltinga werd dit aantal nog weer met 6 woningen uitgebreid. In de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw waren een aantal woningen en boerderijen gebouwd aan de Radioweg, langs de Sambeekse uitwatering en aan de latere Stevensbeekse weg.
Toen Lactaria door de gemeente werd verkocht in verkoopbare percelen kwamen 20 nieuwe immigrantenfamilies uit de verre omtrek in Stevensbeek wonen. Enkele arbeiders van het voormalige Lactaria bleven in Stevensbeek wonen. In korte tijd ontstond een echte dorpskern rond het park. Er was een café/hotel/bakkerij/winkel een smid, timmerman, kapper/kleermaker en nog een café/kruidenier. In 6 jaar tijd was de bevolking gegroeid tot ongeveer 300 personen inclusief de kloosterlingen. Al in 1936 werd de Boerenbond opgericht ook de veefonds, de veefokvereniging en de vereniging voor Onderlinge Hulp kwamen in dat jaar van de grond. Ook in 1936 werd een voetbalclub genaamd de Albatros opgericht. Diezelfde leden van de voetbalclub voerde in 1938 met Driekoningen een toneelstuk op.
De Tarcisiusbond, een soort van jeugdbeweging werd opgericht in 1936. In 1941 volgde de RKJB de rooms katholiek jonge boeren, deze begonnen met een eigen gymnastiekclub om mee te kunnen doen aan de sportdagen van de RKJB.
Na de oorlog werden nog een twintigtal andere verenigingen opgericht. Dat er in Stevensbeek in korte tijd zoveel kon gebeuren heeft waarschijnlijk te maken met het nieuw elan van mensen die allen gelijk waren, men had niets van doen met dorpsnotabelen of oude rijke families die in veel andere dorpen de dienst uitmaakten.
In het dagboek van rector Wientjes is te lezen:
18 april 1956 was een gloriedag voor Stevensbeek op deze dag werd er een fanfare opgericht, veertig leden gaven zich op. Op 3 juli 1960 gingen ze voor het eerst op concours in Volkel en behaalde daar de eerste prijs met promotie in de vierde afdeling. 1961 het eerste lustrumjaar heeft de fanfare ingezet met een concours van hof- en boerenkapellen die tot allen tevredenheid geslaagd is. Door de publiciteit was het polygoon van Hilversum gekomen om gedeelten te verfilmen en te vertonen in het journaal van de film. Meerderen hebben dit dan ook nog kunnen zien en dat heeft Stevensbeek nog meer bekend gemaakt.
Op 1 januari 1958 werd de Katholieke Arbeiders Bond opgericht, 18 mensen waren al lid van de Sambeekse bond en men vond het tijd om een eigen afdeling op te richten. In de vergadering van 3 november 1957 werd een bestuur gekozen, dit waren J. Heijnemans, J Jansen, G. Kurvers, H. Jansen en J. v. d. Straaten. Tijdens de vergadering werd het ledenaantal vergroot met 7 nieuwe aanmeldingen. Men besloot vanaf 1 januari officieel te starten.