Lactaria

Een consortium van investeerders kocht in 1910 ongeveer 450 ha heidegrond van de gemeente Sambeek. De Heidemij begon meteen met de ontginning van de heidegronden en de bouw van de modelboerderij, deze kwam in 1912 gereed.

Er was plaats voor 280 melkkoeien, 100 varkens en 20 werkpaarden. Al in 1913 werd de modelboerderij door het consortium, de N.V. Lactaria, verkocht aan de Hans Willem de Blocq van Scheltinga. Deze baron kwam oorspronkelijk van Friesland, dat zal ook wel de reden zijn geweest dat hij het personeel voor Lactaria zocht in Friesland.  Diverse Friese families zijn op de personeelsadvertenties in de Leeuwarder Courant ingegaan en zijn op het landgoed Lactaria komen wonen en werken.  De baron verpachtte de  modelboerderij vervolgens aan de heren de Jong en Thuis die voorheen in het consortium zaten.

De Blocq van Scheltinga kocht  nog 290 ha aangrenzende grond erbij, dit was al voor een groot deel met dennenbos beplant, de rest werd beplant en er werden 6 huizen gebouwd voor boswachters en jachtopzieners. Oorspronkelijk was het de bedoeling van NV Lactaria om tbc vrije melk te leveren aan grote steden. Van dit plan kwam niet veel terecht door concurrentie van andere melkfabrieken zoals NV Lacto in Cuijk. Er werd gemolken met een Wallace melkmachine met 18 melkstellen, een van de eerste van het land.  De melk werd voor een groot deel geleverd aan melkfabriek de Eendracht in Sint Anthonis. In  1933 stierf de Blocq van Scheltinga en de familie besloot Lactaria te verkopen.

 

De Blocq van Scheltinga was een verwoed jager. Vanuit villa 
Boschlust werden vele jachtpartijen georganiseerd.
Op 4 en 5 oktober 1928 werden door 6 jagers in 2 dagen 680 stuks 
wild geschoten aldus het zorgvuldig bijgehouden jachtjournaal.
Er werd een wagen aangeschaft waar men in kon zitten tijdens de 
middagpauze zodat ze niet terug hoefden naar Boschlust.

Het gemeente bestuur van Sambeek had allang spijt dat ze de gronden in 1910 verkocht had. Het stelde alles in het werk om de ontginning weer in handen te krijgen, om geen risico te lopen dat het hun door de protestantse eigenaren niet gegund werd, werd een stroman aangesteld die het landgoed voor de gemeente kocht. Achteraf bleek dat dit niet nodig was geweest. De gemeente had van te voren met behulp van de Heidemij al een plan gemaakt.

Het plan was een nieuw dorp te stichten. Daarvoor werden kloosterordes benaderd om een klooster te stichten op Lactaria. De Dominicanessen van Bethaniƫ kochten de gebouwen van de modelboerderij. Een van de stallen werd omgebouwd tot een openbare kerk voor de omwonende. De geestelijke verzorging zou gedaan worden door de paters van het Heilig Sacrament die intussen besloten hadden om een nieuw klooster met juvenaat te bouwen aan de rand van het nieuwe dorp. De gronden werden verdeeld in stukken van 8, 10 en 15 ha en aan boeren verkocht die er een nieuwe boerderij wilden beginnen. Zo ontstond Stevensbeek, genoemd naar de burgemeester van Sambeek de heer P. Stevens.