Radioweg

Op 1 december 1918 gaat de hoofdingenieur- directeur der telegrafie een huurovereenkomst aan met de gemeente Sambeek voor de huur van 30 ha grond voor de duur van 39 jaren om hierop een radiotelegrafisch ontvangststation te vestigen. Het Rijk wordt hierbij verplicht de weg langs het terrein tot aan wachtpost 37 alwaar een spoorweghalte wordt gevestigd te verharden en te onderhouden. Deze huurovereenkomst word door de minister van waterstaat op 5 juni 1919 goedgekeurd. Midden 1919 was het zover dat 7 masten van meer dan 60 meter waren opgericht en dat de ontvangst van radioberichten uit Indonesië kon beginnen. Bekende telegrafisten waren J. P. Puister en G. J. Muusze. Het heeft tot 1923 geduurd voordat de installatie volledig in werking was. Door het bezwaar van de grote afstand tot zendstation radio Kootwijk  en door nieuwe technische ontwikkelingen werd besloten om op 4 augustus 1924 de installatie over te brengen naar Amsterdam. Ruim een jaar later werden de houten masten, die f 100.000, gulden gekost hadden, verkocht voor f 270,-. Het voortijdig beëindigen van de huurovereenkomst koste het Rijk f 35000, te betalen aan de gemeente Sambeek. De houten huizen en gebouwen werden eigendom van de gemeente, ook de 4600! meter lange Radioweg kwam weer op 1 april 1926 in eigendom en onderhoud van de gemeente.  In 1923 was door de minister van Waterstaat een commissie opgericht die de kosten van de radioverbinding Nederland en Nederlands Indië en Amerika in beeld moest brengen. In 1926 kwam deze commissie met een rapport, hieruit bleek dat de begroting met ruim f 395.000,-  overschreden was en dat het radiostation Sambeek, waarvan men wist dat dit station een tijdelijk bestaan zou leiden, f 541.000,- gekost had. Dit bedrag werd in zijn geheel afgeschreven ten koste van de Staat. De betonnen fundamenten van de masten en afspan-kabels bleven tot op heden in de grond zitten. Een van de afspanmasten is nog jaren in gebruik geweest als uitkijktoren in de Staatsbossen.

In november 1927 verhuurde de gemeente aan Ferdinant Wynman importeur te Toulouse het hoofdgebouw met 10 ha grond voor het houden van geiten, kippen en de aanleg van een zwarte-bessen kwekerij. In korte tijd waren daar 6 kippenhokken gebouwd. Na herhaaldelijk uitstel van betaling van de huur door Wynman kreeg de gemeente Sambeek van een advocatenkantoor te horen dat de heer Wynman in een faillissement zat.

Op 2 augustus 1928 worden de gronden met gebouwen verhuurd aan Deckers uit Kervendonk die beëindigd de huur op 15 maart 1935, op die datum word door J. Cornelissen uit Sint Anthonis 6,5 ha grond gekocht met de verplichting om binnen 4 jaar een boerderij te bouwen. Een zgn. conciërge gebouw,links op de foto, van het voormalig radiostation wordt verkocht aan J. de Bruijn uit Sambeek met 10 are grond. Het ontvangstgebouw, rechts op de foto, werd verplaatst naar de Halt en in gebruik genomen als opslagplaats.

De radiowoningen worden op 29 maart 1927 te huur aangeboden aan A. Wintjes, P Kuypers en G. Elbers. Op 30 november 1933 wordt de huur van de radiowoningen door de gemeente verlaagd, de bewoners zijn dan: A. Wintjens, J. Linders, Joh. Spoor en W. v. Boxtel.